13 december 1993 stond voor een aantal Bosschenaren de tijd stil. Op die dag overleed Rob van Esveldt op 39-jarige leeftijd. Hij was sinds de dood van zijn vader Willy, ruim tien jaar eerder, de kroegbaas van Het Bonte Palet. Het kleinste café van de stad. ‘Een kroeg met karakter’ en ‘Een Mokums café in Brabant’, zoals vaste klant en nationale clown van de vorige eeuw Toon Hermans het Palet noemde. Van de jaren zestig tot en met negentig was het Palet een café voor jong en oud. Je vond er jongeren van 17 en ouderen van midden 80. Die mengeling gaf een aparte sfeer, die je tegenwoordig bijna nergens meer aantreft.
Rob zorgde er met zijn eigen aanpak voor, dat het door vader Willy ingezette beleid werd doorgetrokken. Willy was een Amsterdamse kunstenaar, die zich in de jaren veertig met zijn Brabantse vrouw Diny vestigde in De Pijp. In 1952 openende hij in de Hinthamerstraat in het voormalige soldaten-wachtershuisje uit de tijd van Napoleon zijn kroeg Willy’s Bonte Palet. Het was direct een open café met plaats voor iedereen. In de jaren zestig was Het Palet (in de volksmond ook bekend als Willy’s) de eerste Bossche kroeg, die open stond voor gastarbeiders. Willy van Esveldt haalde de nieuwsgierige Turken, Marokkanen, Spanjaarden, Grieken en Italianen voor wie bijna nergens plaats was zelf naar binnen. Als ze voor de raam stonden en reikhalzend naar binnen keken, ging de deur wagenwijd open.
De integratie van alle nationaliteiten en leeftijden in het Bonte Palet was dankzij Willy in de jaren zestig al een voorbeeld voor heel Nederland. Iedereen kende de Spaanse ‘Kokkie’, Turkse ‘Josef’ (vermoedelijk Yussef, maar wisten wij toen veel), Italiaanse Gianni en Meneer Van Heumen. De 90+ jaar oude vader van toenmalig hockey bondscoach en Bossche wethouder Wim van Heumen. De heerlijke sfeer, die Willy destijds creëerde, bleef ook na diens dood overeind. Zoon Robert, geassisteerd door moeder Diny en zus Anja, stond open voor alles en iedereen. Emoties waren er altijd in Het Palet. En dan lieten ook Diny, Robert en Anja de tranen volop lopen.
Toon Hermans
Het was een voorrecht die tijd mee te maken in het kunstenaars-café van Willy en later Robert. Je kon er zomaar Toon Hermans tegenkomen, een auteur als Gerard Buschman (de Bossche Jan Wolkers), journalist Willibrord Frequin, zanger Boudewijn de Groot, dammer Ton Sijbrands, KRO-presentatrice Violet Falkenburg en in de vroege jaren zestig zelfs bisschop Marinus Bekkers. En natuurlijk Bossche coryfeeën als Wim Kersten, Sophie en Joep Peeters. Ze konden er meedeinen met het rariteitenkabinet van vaste klanten, waar ik mezelf vanaf midden jaren zeventig ook toe rekende. Aparte types. Vooral tegenpolen. Van alle kleuren, maten en soorten maar gezamenlijk garant voor een geweldig avondje uit.
Het moet gezegd, het huidige Bonte Palet van kroegbaas Diederik benadert die uitzonderlijke sfeer enigszins. Met name tijdens carnaval lijkt het of de familie Van Esveldt weer achter de toog staat. Aangevuld met de nog levende oude vaste klanten die in de meeste gevallen alleen met carnaval een kijkje komen nemen lijkt het dan of de tijd heeft stil gestaan. Pas wanneer je op het toilet in de spiegel kijkt, weet je dat de klok voor niemand stopt.
Buitenbeentje
De afwezigheid van Robert doet voor hen die dichtbij hem stonden ook na twintig jaar nog steeds een beetje pijn. Hij was een buitenbeetje in de Bossche horeca, hanteerde zijn eigen regels en gooide gewoon de deur dicht als de zin er niet was, zoals tijdens de Bossche kermis waar hij een hekel aan had en een enkele keer zelfs op dinsdagavond met carnaval. Of zijn muziekkeuze met zware klassieke nummers tijdens een stampvolle zaterdagavond. Vreemd genoeg sloeg dat vaak nog aan ook.
Voor mijzelf is een zaterdagavond in oktober 1985 memorabel. De stad zat toen vol met nog levende bevrijders uit Wales en Engeland. Een aantal was present in het Palet. Het leverde een unieke avond op voor allen die erbij waren. De verhalen waren prachtig. De muziek heerlijk. Met natuurlijk Vera Lynn en aan het einde van de avond tranen met tuiten bij ‘Till we meet again’.
Kaakkanker
Robert overleed ruim vijfentwintig jaar geleden aan de gevolgen van kaakkanker. De ziekte werd dat jaar enkele dagen na carnaval geconstateerd. Op de laatste dag van het Oeteldonkse feest vertelde Robert bij het afscheid om twaalf uur in zijn deuropening, dat hij woensdag naar de tandarts zou gaan wegens aanhoudende kiespijn terwijl hij al jaren een kunstgebit had. Al snel was duidelijk, dat Rob niet meer geholpen kon worden en ook dat hij nooit meer carnaval zou meemaken. Tot een paar maanden voor zijn dood bleef hij actief in zijn zaak, wat ook zijn leven was. In de laatste twee maanden werd het steeds moeilijker voor hem. Zus Anja en moeder Diny hielden de zaak overeind. Ook na de dood van Robert.
Maar het werd te zwaar voor Diny die bijna tachtig was en Anja die ook andere verplichtingen had. Het Palet met de familie Van Esveldt sloot in 1996 na 44 jaar de deur. Het handelsmerk van Het Palet, traone in oe ôge, was op de laatste avond rijkelijke aanwezig. Het café wisselde daarna om de paar jaar van eigenaar. De oude vaste klanten zochten vergeefs naar de oude sfeer en de nieuwe kroegbazen hadden het ondanks alle goede bedoelingen moeilijk om een stempel te drukken op het café waar zelfs keizer Napoleon – aantoonbaar in het Stadsarchief – aan de koffie heeft gezeten. Gelukkig gaat het sinds de komst van Diederik weer goed met het Palet.
De geest van Robert is eigenlijk nog steeds aanwezig, want de meeste snuisterijen in de kroeg zijn van zijn hand. Zelf siert hij nu ook al een aantal jaren de muur aan de achterzijde. Zo is hij nog steeds een klein beetje aanwezig.
Tekst: Frank van Geloven
Foto: Felix Janssens | Stadsarchief ‘s-Hertogenbosch
De laatste carnaval van Rob van Esveldt, in 1993. Enkele dagen na die carnaval kreeg hij het barslechte nieuws van een ongeneeslijke ziekte.