Het is niet de oudste kroeg van Den Bosch, maar Het Bonte Palet in de schaduw van onze majestueuze kathedraal is wel de meest karaktervolle van de stad. Geopend in 1952 door de Amsterdamse kunstschilder Willy van Esveld met diens vrouw Dientje uit Sint-Michielsgestel. Van meet af aan een café open voor alle rangen en standen, de eerste kroeg waar al in de jaren zestig Turkse, Spaanse en Griekse gastarbeiders met open armen letterlijk werden binnen gehaald. Ook klanten van alle leeftijden, van 17 tot 90 jaar. Een kroeg voor hetero’s en homo’s. De sfeer ongedwongen en veilig en niet alleen met carnaval.
Ik kom er al sinds 1961, toen mijn ouders mij in een draagzak op een carnavalsmiddag meesjouwden. Zij behoorden tot de vaste klanten, samen met mijn kleurrijke en geliefde tante Mia (de Bossche Edith Piaf) en Ome Henk. Midden jaren zeventig sloot ik me bij hen aan en al snel vond ik er mijn eigen draai. Ik raakte bevriend met de zoon Robert van de eigenaar. Een altijd goed gemutste beer van 1,96. Een gezellige lobbes met een aanstekelijke lach. En ik was al snel getroffen door de buitengewone sfeer met veel excentrieke kunstenaars en bekende Nederlanders zoals de er vaak opduikende Toon Hermans, Willibrord Frequin, scheidsrechter Frans Derks en Willem van Hanegem.
Pluimage
Mensen die voor het eerst werden geconfronteerd met de klanten van diverse pluimage in Het Palet keken hun ogen uit. Het waren stuk voor stuk Paradijsvogels van uniek niveau, waar ik mijzelf met mijn rode krullenkop en drukke gedrag ook onder rekende. Ze waren van alle maten en soorten. De kalende nerd Pietje van Zeelst die op zijn werk bij de PNEM kapotgepest werd maar in het Palet door iedereen vol respect werd behandeld. De buitengewoon irritante en vervelende zuiger George Nijssen. Charlatan George Teunissen, die vroeg in de jaren tachtig op carnavalsdinsdag aan de bar dood neerviel waarna zijn petje met een ceremonie aan het plafond werd gespijkerd waar hij nu nog hangt. Of zoals de zingende postbode Hans, die altijd verkleed ging als de Zangeres Zonder Naam en haar ook fantastisch kon imiteren, compleet met trillende stem en al.
Onderwerpen voor Man Bijt Hond voldoende. Mafkezen, rechtse korpsballen, linkse activisten, hoeren, journalisten, auteurs als de buitengewoon exentrieke maar interessante Gerard Buschmann plus ook nog de vermeende halfbroer van (toen) Koningin Juliana. Ze zaten allemaal met elkaar aan de bar en genoten zonder excessen van elkaar. Zelf nam ik samen met collega en vriend Marcel Luyckx ooit huidig PSV-trainer Peter Bosz mee. Ik kon het in de jaren tachtig goed met hem vinden toen hij bij RKC speelde en ik daar regelmatig als journalist was. Peter was overdonderd, want er hing toevallig die avond weer zo’n typische Palet-ambiance. Volk van allerlei pluimage, heerlijke muziek (Lou Rawls). Contacten met Jan en Alleman. Bosz zei later nog vaak dat hij die avond niet snel zou vergeten.
Dierbaar
De talloze gouden avonden staan nog steeds op mijn netvlies. Mijn halve leven ligt er op de vloer. Kreeg er vriendinnen en leerde heel veel. Zoals van de mij altijd dierbaar gebleven Carola. Paar jaar ouder dan ik en ze leerde mij dan ook het leven tussen de lakens. Of Ankie Grosfeld, haar man Jos Richters en hun vriendin Hannie van Hoorn. Ze waren mij heel dierbaar. We gingen vaak met zijn vieren op stap. Eerst naar het Palet en later op de avond afronden in de legendarische Stip met de muziek van dj. Max Verlouw.
Ik raakte een beetje verkikkerd op Ankie, een prachtige grote blondine met een gulle lach en een geweldig karakter, maar ja ze was getrouwd en je moet ook nog eens met zijn tweeën zijn. Bovendien was haar echtgenoot Jos een goede en loyale vriend. Hem belazeren is geen seconde in mij opgekomen. Dus een eenrichtings(kalver)liefde op afstand en in stilte.
Vervolgens werd ik echt hopeloos verliefd op de wat conservatieve en ook wel een tikje stijve maar oh zo leuke Hannie, maar van haar heb ik nooit echt hoogte kunnen krijgen. Ze gaf geen sjoege, terwijl er tussendoor wel signalen waren. Het liep ook niet goed af tussen Hannie en mij. Na 1982 nooit meer gezien. Ankie en Jos wel. Onlangs nog met hen gegeten.
Natuurlijk troonde ik Marion ook mee naar Het Palet nadat ze in 1988 mijn vriendin was geworden. Zij voelde zich meteen enorm thuis in huize Loenatik wat Het Palet eigenlijk wel was. Maar sinds de geboorte van onze kinderen Anissa (1994) en Lucah (1998) zijn wij helemaal uit de uitgaansscène in Den Bosch verdwenen.
Het Bonte Palet zie ik alleen nog van binnen met carnaval. Jammer en raar, want de kinderen zijn intussen de deur uit en leiden hun eigen leven. Overigens niet in het Palet, want dat vinden ze een ouwe lullen kroeg. Wat ik weer onzin vind, maar goed, je kan niet alles hebben.
Tijdens carnaval ga ik er wel helemaal los. Zonder Marion, want die vindt carnaval niks meer. Ze zit liever thuis te Netflixen. Maar ik doe wel mee, hoewel de intensiteit een stukje minder is. Bovendien mis ik heel veel leuke carnavalsmaatjes van vroeger. Veel zijn er dood, zelfs op jonge leeftijd gestorven, zoals Janneke van Lent. Dochter van de vroeger bekende makelaar (van Croonen en Van Lent). Joop Borsboom, qua uiterlijk de Bossche Albert Einstein. Natuurlijk mijn letterlijk en figuurlijk grote vriend Eelke ‘Bigfoot’ de Jong. De al genoemde Piet van Zeelst, George Teunissen, mijn fotograferende collega van het Brabants Dagblad Felix Janssens, Jos Mulders en ook Robert van Esveld, die al in 1993 na een lang ziekbed aan kaakkanker overleed.
Ieder jaar denk ik nog aan hen. Altijd met een traan want het waren stuk voor stuk prachtige mensen, zoals bijna alle Paradijsvogels die vroeger het Palet bevolkten. Zelfs bij het tikken van deze tekst krijg ik het te kwaad, al zijn de herinneringen prachtig en rijk. Genieten met een hoofdletter.
Frank van Geloven