Selecteer een pagina

Marinello anno 1946. Een prachtige zaak met glimmende spiegels en fraai glaswerk. Zelfs het personeel ziet er traditioneel en geweldig uit.

Tegenwoordig groeit het aantal leuke ijssalons in ‘s-Hertogenbosch gelukkig weer. Met Frezzo (Visstraat), Gelatria Davide (Hinthamerstraat), De IJsvogel (Kerkstraat), Australian Homemade (Pensmarkt) en Zammatteo (Nieuwstraat) is er weer volop keuze nadat het enkele jaren behelpen is geweest met slechts twee zaken, zij het erg goede, De IJsvogel en Zammateo. Maar de stad heeft wel een grote historie op het gebied van authentieke Italiaanse ijssalons.

De ijszaken van Den Bosch waren tot veertig jaar geleden populaire plekken voor jong en oud. Niet alleen om ijsjes te eten, maar ook als hangout en een sfeervolle plaats om gezellig samen van koffie en gebak te genieten. Vooral de Italiaanse ijszaken van de stad, op het hoogtepunt in de jaren vijftig liefst zes in getal, genoten populariteit als dagcafé en ontmoetingsplaats.

De Hooge Steenweg was in de jaren vijftig min of meer een Boulevard van prachtige en heerlijke Italiaanse ijssalons. Drie in getal, amper vijftig meter van elkaar verwijderd. Van die drie was en is Zammatteo de bekendste. Zammatteo was in de jaren zestig tot ver buiten de stadsgrenzen bekend als literair en progressief discussiecentrum. Ton Sijbrands, de latere damlegende, kwam er vaak als tiener. Hij voerde er vurige discussies en hield gepassioneerde pleidooien voor het bestaan als provo (protesterende hippies in de jaren zestig).

Blinkende spiegels
Zoals gezegd stond Zammatteo niet alleen. In dezelfde straat waar Zammatteo destijds gevestigd was, de Hooge Steenweg, waren met Marinello en Milano nog twee andere Italiaanse ijssalons. Qua interieur verschilden ze nogal (veel hout bij Zammatteo, veel chroom en marmer bij Marinello). Maar qua sfeer niet veel. Blinkende spiegels. Een kraakheldere glimmende toog met veel fraai glaswerk er op. Italiaanse koffiemachines, die in Nederland in de jaren veertig en vijftig nog nauwelijks bekend waren.

Zo introduceerde Marinello in de jaren veertig in Den Bosch de cappuccino en espresso. De eerste was zeer succesvol met zijn romige zoete smaak en volle afdronk. De espresso vonden de Bosschenaren van 65 jaar geleden maar niks. ‘Koffie om in plakjes te snijden’. Het duurde nog jaren voordat de Italiaanse koffievarianten vaste bodem kregen in Den Bosch en Nederland en nog langer voordat espresso echt populair werd.

Familiebedrijf
De ijssalons floreerden geweldig. Marinello had liefst acht man personeel, zoals uit bijgaande foto uit 1946 blijkt. Milano was iets kleiner. En Zammatteo was een echt familiebedrijf. De familie Zanin was kort na de Eerste Wereldoorlog vanuit Italië in Den Bosch neergestreken. In de jaren twintig startte de eerste generatie van de Zanins een ijsmakerij.

In de jaren dertig volgde de opening van de IJssalon aan de Hooge Steenweg, vlak naast de grote modezaak van Vinke, waar nu Zeeman is gevestigd. In de jaren zeventig verhuisde Zammatteo naar een gloednieuw gerestaureerd pand iets verderop, pal tegenover De IJsvogel, een andere prachtige authentieke Bossche ijssalon, die nog altijd bestaat, zij het op een andere locatie, de Kerkstraat.

Toevallig stopten De IJsvogel en Zammatteo kort na elkaar aan de Hooge Steenweg. Even had de stad nog maar een ijssalon, een Bossche Italiaan in de Kerkstraat, tegenover het postkantoor. Maar ook, bijna tegelijkertijd, begon de derde generatie van De IJsvogel en Zammatteo opnieuw. Dit keer in de Kerkstraat en in de Nieuwstraat. Tot op de dag van vandaag draaien beide ijssalons daar prima.

Einde Marinelle en Milano
Dat is niet het geval met de prachtige zaak van Marinello, op de Hooge Steenweg aan de kant van Zammatteo, zes deuren verder, en Milano, er pal tegenover. Beide zaken overleefden de Tweede Wereldoorlog, waarin ze ondanks de schaarse ingrediënten toch altijd nog ijs konden produceren. In het tweede deel van de jaren veertig en het eerste deel van de jaren vijftig ging het formidabel met beide zaken, maar toen in de jaren vijftig koelkasten en diepvriezers betaalbaar werden voor het grote publiek en supermarkten goedkoop voorverpakt ijs gingen verkopen, liep de klandizie achteruit.

Marinello sloot in 1956. Milano volgde een jaar later. Zammatteo overleefde. De IJsvogel, toen aan de Hinthamerstraat en het Minderbroederspleintje, wonderwel ook. Niet wonderwel omdat het ijs niet goed zou zijn. Dat was en is nog altijd van uitzonderlijke kwaliteit, maar wel omdat de van oorsprong Bossche familie Lefel ‘slechts’ een smaak produceerde en produceert, roomijs. Het ijs van De IJsvogel is wel voortreffelijk en heel populair bij (oudere) Bosschenaren en shoppers.

De stad mag blij zijn met zijn authentieke ijssalons, maar de tijd van de warm ogende en qua sfeer bijna unieke Italianen is helaas voorbij. Vreemd genoeg hebben veel andere vergelijkbare steden nog wel authentieke Italiaanse ijssalons waar het alleen al qua sfeer heerlijk vertoeven is. Mijn favoriete Italiaanse ijssalon is Italia in Vaals. Geweldig ijs, maar wanneer je binnen stapt, heb je het gevoel dat je in een tijdmachine in de jaren vijftig en zestig belandt. Met oude (Duitse) dametjes die koffie met gebak nuttigen. Jongeren op Zündaps en Puchs (echt waar), die samenhangen op het terras. In Vaals! Of all places. Waar blijft Den Bosch?

Tekst: Frank van Geloven
Foto’s: Stadsarchief ‘s-Hertogenbosch